donderdag 16 september 2010

Ik heb een vraag

Ik heb een kleine vraagje.
Ik vraag me af wat ik nu moet zeggen
Ik zit na te denken op de stoel.
Ik zit te denken tijdens de eten.
Ik zit te denken tijdens de school.
Ik zit te denken tijdens pianoles.
Ik zit te denken tijdens turnles.
Ik zit te denken tijdens mijn verjaardag.
Ik zit te denken tijdens logopidee en kindertherapeut.
Ik weet nu opeens wat ik nou moet zeggen.
Ik heb honger, wanneer komt pianoles, moetik niet turnen? Wanneer is mijn verjaardag nou? Moest ik niet naar logopidee of kindertherapeut?
EINDE

maandag 12 juli 2010

De zee

Zaterdag ben ik naar de zee geweest.
We stapte door de water heen ,ik voelde de geruisende zee in me komen.
Maar algauw zakte het licht onder en we liepen al door het water heen om naar huis te gaan.
We liepen voet voor voet ik voelde mijn voetverzwakken.
Later voelde ik wat slijmerigs door mijn voeten heen en ik liet mijn gezicht naar beneden zakken en keek het was een raar soort kwal.
Ik liep snel door en krooptussen mijn zus armen,maar toen zagen we tussen het water een dode vis er was een hap uit de staart genomen dus het andere vis kon die vis nog niet helemaal opeten meer dacht ik toen in mijn gedachte.
Toen we verder liepen zag ik mama ,ze zat te pakken in het water maar wat, mama zei dat ze een levende vis zag ,maar ze had het niet kunnen vangen.
Toen liepen we weer door ik keek naar de zand,maar ik zag iets en ik schrok zo dat ik bijna uit mijn vel sprong,want het was een bergje vol met rare dingen die op wormen leken het zat er vol mee en het zat overal,mijn moeder wou er niet meer naar kijken en mijn zus dacht dat het zeeweer was,maar goed we zagen een ander gezin verderop,maar ik was het al vergeten dat hun ook mee waren gegaan.
We liepen weer door en we zagen een brug daar speelde we altijd samen vroeger,maar dan zonder het gezingetje,maar mijn voeten deden nu erg zeer van en ik had er een klein wondje van gekregen en mijn zus een blaar,maar ik dacht na nog een klein stukje ru-lian zei ik fluisterend tegen mezelf,toen kweam lulu bij me aanrennen{van de andere familie}en zei:''Wacht op mij''.
Ik wou weer verder gaan dus liep ik maar door,toen waren we heel digt bij de brug en we waren er.
eindelijk en we waren thuis.
EINDE

vrijdag 11 juni 2010

De geluid van de kerkklok

De geluid van de kerkklok
klinkt best eng hoor
in de donkere nacht

Einde

zaterdag 5 juni 2010

Ik speel piano

Ik speel piano.
Het gaat zo:
Dam Dom Ping

Ik speel piano.
Het gaat zo:
Pim Pam Poef

Ik speel piano.
Het gaat zo:
Da Du Da Du

Morgen speel ik piano.
Het gaat zo.
Net als Vader Jacob.

Morgen speel ik prachtig.
En ga ik naar de pianomeester.
Hij zegt:Goed zo!!!
Mooi werk vandaag.
Niet te hoog en niet te laag.

Nu moet ik weer oefenen op mijn piano.
Het gaat zo:
Bam Bom Da Bom Baaa Daaa.

einde

Lente

Het is lente.
Ik hoor alle vlinders fluiten.
Er zijn bloemen overal om je heen.
Je gooit je jas uit en rent naar buiten.

Vogels krijgen baby's
eenden broeden.
De zonnetje lacht.
De wind fluit.
Alle kleuren uit de grond gekomen.

Konijnen huppelen en paarden draven
en ik ga spelen.

Einde

vrijdag 7 mei 2010

Nijntje bij Rhenen

Nijntje ging eens naar Rhenen. Ze gingen daarheen omdat daar een heel leuke restaurant was. Hoeveel je daar ook at het koste altijd €56,-. En je kon alles kiezen wat je maar wou {bijna dan}. Nijntje,Moedernijn en Nijnnetje waren nu in Rhenen. Ze gingen naar de wok restaurant. Op een bordje stond heel deftig in het blauw Wokpaleis en er stonden twee leeuwen in de ingang. Links en rechts zaten de leeuwen. Nijntje,Moedernijn en Nijnnetje kwamen in het restaurant. Een deftige man kwam aangelopen en zei deftig: ‘Goedemiddag neem plaats.

Nijntje en de andere namen plaats bij tafel nummer 31. De deftige man kwam weer aangelopen en vroeg deftig: ‘Wat willen jullie drinken. Jullie kunnen kiezen uit: icetea, cola, koffie, thee, zevenup en cassis.

Nijntje zei: ‘Ik wil wel icetea.’

Nijnnetje zei: ‘Mag ik ook icetea.’ Moedernijn zei: ‘Ik wil wel koffie.’

De deftige man zei weer deftig: ‘Wacht een momentje alstublieft het komt er zo aan.

Moedernijn zei: ‘Nijntje wil je wat eten? Pak dan die bordje, als jij je omdraait, naar voren loopt, naar links toe en dan nog keer naar links en dan 6 stappen naar voren dan zie je het eten vanzelf wel.

‘Oké’ zegt Nijntje als antwoord. Nijnnetje gaat mee zodat Nijntje niet naar de verkeerde kant loopt. Nijntje en Nijnnetje pakken een bord. Nijntje zegt heel hard opeens dat iedereen van de restaurant het kan horen: ‘Nijntjekoekjes ze zijn hieieieieieieieieieieieieieieier yippie. Gelukkig was het niet zo hard dat ze naar de politie moesten want de obers hadden het niet gehoord. Alleen de klanten schrokken heel even. Toen moesten de klanten ook even lachen. Ze gingen daarna door met eten en zachtjes kletsen. Nijntje goot toen de bak met Nijntjekoekjes leeg en ging weer op tafeltje nummer 31 zitten. Nijnnetje pakte 6 Aardappels, 2 kipvleugels, 12 frietjes met ketchupsaus, 2 frikadellen en…

‘hmmm...’ zegt Nijnnetje dan. Dan neem ik verder niks meer. Toen ging Nijnnetje weer aan tafeltje nummer 31 zitten. Toen kwam de deftige ober weer langs en zei deftig: ‘Hier zijn jullie icetea’s en Koffie.’ Moedernijn nam het aan en gaf de koffie aan zichzelf en icetea’s aan Nijntje en Nijnnetje. Nijntje begon het eerst met eten en had in 1 seconden haar bordje vol Nijntjekoekjes op. Nijnnetje begon met eten en het duurde 1..2..3..4..5..6..7..8..9..10..11..12..13..14.. 15..16..seconden en Moedernijn? Hoeveel seconden at Moedernijn?: 1..2..3..4..5..6..7..8..9..10..11..12..13..14..15..16..17..18..19..20..21..22..23 seconden. Wat snel kan de familie Mijntje toch eten! In hoeveel seconden kan Nijnnetje drinken?: 1..2..3..4..5..6..7..8..9..10..11..12 seconden {best snel hoor!}. In hoeveel seconden kan Moedernijn drinken?: 1..2..3..4..5..6..7..8..9..10..11..12..13..14..15..16 seconden {knap voor een moeder}. En in hoeveel seconden kan Nijntje drinken?: 1..2..3..4..5..6..7..8..9..10..11..12..13..14..15..16..17..18..19..20..21..22..23..24..25..26..27..28..29..30..31..32..34..35 seconden {ooooh ik dacht van veel sneller}. Moedernijn pakte een klein bordje en ging naar de fruitbuffet. Moedernijn pakte 5 meloenen, 3 drakenogen{is ook een soort fruit},1 mandarijn en 6 frambozen. Moedernijn draaide zich 1 keer om ging rechtdoor daarna naar links toen weer 1 keer omdraaien en 7 stappen naar voren lopen en legde het bord met fruit op tafel. Nijntje pakte één meloen met haar harige pootjes en duwde het meloen in haar mond. Nijnnetje pakte één drakenoog en duwde het ook in haar mond. Moedernijn pakte gewoon maar wat en ving die enige mandarijn. Toen kwam de deftige ober weer eraan bij tafel nummer 31 en zei deftig: Weten jullie waar de speciale Nijntjekoekjes zijn gebleven?Net was het er nog toen ging ik even naar de keuken om de eten te pakken voor tafel nummer 20. Toen ging ik even terug om te zien of alle omeletten er nog waren en opeens waren alle Nijntjekoekjes verdwenen. De Nijntjekoekjes waren nog het lastigst om te maken. We hebben er 6 maanden aan moeten werken en nu zijn ze helemaal verdwenen. Ik bedoel dat mijn klanten niet zomaar alle Nijntjekoekjes opgevreten kunnen hebben.

Nijntje zei: ‘Ik weet waar, u, ja echte Nijntjekoekjes kunt halen: bij Tante Lidia.’ Nijntje sprong opeens in een gat die zomaar ergens verscheen van de Nijntjewereld naar de echte wereld. Ze vroeg aan Tante Lidia: ‘mag ik Nijntjekoekjes?’

Tante Lidia antwoordde: ‘Ja hoor! Natuurlijk waarom niet.’ Toen begon Tante Lidia met haar werk. Pakte deeg deed er meel overheen mende het door elkaar om het fijn te stampen, maakte er een bol vorm van en deed het in de oven, wachte 3 minuten en klaar waren 1002 Nijntjekoekjes. Nijntje pakte het bak met Nijntjekoekjes aan en sprong weer door de gat naar de Nijntjewereld. De ober was weer tevreden en gaf Nijntje 20,00 als beloning. Nijntje ging naar de ijsbuffet en pakte een klodder bananen-ijsje en voor Moedernijn mokka-ijsje en voor Nijnnetje een pistache-ijsje. Nu zaten Nijntje en de andere volgepropt. En zei Nijntje: ‘Kom we gaan.’ Moedernijn ging afrekenen ze hoefde geen 56,00 te betalen want Moedernijn had cadeaubonnen gekregen en voor zich klaargezet. Nijntje en de andere gingen uit het restaurant en ging weer met de auto terug naar Tiel. En Nijntje vroeg aan Moedernijn: ‘Mama mogen we ooit nog eens naar dat wokrestaurant?’ Moedernijn zei als antwoord: ‘Natuurlijk, maar dat gebeurd niet meteen of zomaar misschien over 5 jaren.’

EINDE

donderdag 6 mei 2010

Nijntje in ouwhandsdierenpark

Nijntje in Ouwhansdierenpark

Nijntje ging eens met zijn moeder en zus naar Ouwhandsdierenpark.

Het was Woensdag en de zon scheen niet, maar de regen viel ook niet uit de lucht.

Ze kwamen bij de ingang. Moedernijn ging afrekenen terwijl Nijntje en haar zus keken naar de kooikarpers die aan het begin zaten. Moedernijn had afgerekend. Toen gingen ze naar de echte ingang. Ze kwamen lans een kooi met bijzondere vogels, daarna zagen ze een kooi met rode flamingo’s

‘Oh nee zei’ Nijntje ‘ze zijn niet meer roze’. Moedernijn lachte en zei: ‘Lieve Nijntje het zijn niet gewone flamingo’s het zijn bijzondere flamingo’s.’

‘Oh, dat is leuk’ zei Nijntje, maar ze vond het toch jammer dat ze niet roze zijn.

Toen kwamen ze bij een bordje waar: tijgerbos op stond. Ze gingen in de ingang van de tijgerbos. Nijntje ging vooraan en keek over het hek heen en zag tijgers. Ze waren helemaal oranje met de strepen van een soort zebra helemaal zwart.

Toen gingen ze naar de andere hek die zat rechts van het ingang maar, dat was geen tijger maar een giraf, zebra en een paar rare vogels die niet konden vliegen, ze hadden een soort pruik op want op hun hoofd zat een grote bol. Ze gingen uit de tijgerbos en kwamen bij een speeltuin ze gingen er naartoe.

Ze gingen naar een soort ladder daar klommen ze op. De mensen zagen er nu klein uit als je naar beneden keek. Nijntje zag opeens Moedernijn in het klein maar, toen ze goed keek en met haar neus snotterde zag ze NIJNTJEKOEKJES , die had Moedernijn uitgepakt als voedsel en natuurlijk voor Nijntje, maar voordat Nijntjes zus, Nijnnetje, kon roepen: ‘Stop’ sprong Nijntje al uit het hutje dat niet op de grond zat. Nijntje viel met een plof op het zand gelukkig deed het niet pijn want, Nijntje zag nu de NIJNTJEKOEKJES van heel erg dichtbij. Moedernijn zei: ‘Waarom sprong je uit dat hutje dat niet op de grond zat?’ Moedernijn klopte even het zand op Nijntjes hoofd weg. Toen antwoordde Nijntje: ‘Nou dat weet je natuurlijk wel. Ik zag dat jij die lekkere NIJNTJEKOEKJES vast had en toen moest ik wel springen.’

Moedernijn zei: ‘Kom Nijnnetje en Nijntje we gaan verder.’ Terwijl ze verder gingen gaf Moedernijn de NIJNTJEKOEKJES aan Nijntje.

Toen kwamen ze bij kamelen. Nijntje zei: ’Wat hebben die kamelen grote bulten. Ze hebben vast ‘keihard met hun ruggen gebotst’.

Moedernijn zei: ‘Nee Nijntje zo zijn ze geboren ze kunnen er niks aan doen. Ze bewaren er vet in zodat ze veel energie krijgen. Maar dat vinden ze heel normaal dat ze dat hebben Nijntje.’

Toen gingen ze verder, terwijl Nijntje soms eens denkt ‘waarom heb ik nooit gelijk?’

Ze kwamen toen bij de ijsberen. Nijntje zegt opeens: ‘Wat is dat zielig. Hebben ze het niet koud mama?’

‘Nee hoor’ zegt Moedernijn zo leven ze. ‘Je hebt toch wel eens gehoord dat ijsberen in de Noordpool leven? Dus eigenlijk hebben ze het helemaal niet koud en ook omdat ze een warm vacht hebben daar komt de vrieskou niet doorheen.’

‘O ja’ zegt Nijntje Moedernijn gaat verder met praten: ‘de snoet van de ijsberen zijn wel koud omdat ze in de sneeuw moeten wriemelen en water omdat ze naar eten moeten zoeken.’

‘OOOOOOOH’ zegt Nijntje ‘dat wist ik niet’. Ze gingen verder naar de pinguïns. Nijntje gokte maar en zei:’Ze leven toch ook zo net als ijsberen mama.’

Moedernijn zegt: ‘Ja hoor Nijntje, zoiets, niet helemaal precies, maar wel een beetje, maar ze leven in Antarctica.’

‘Leuk voor ze’ zegt Nijntje ‘daar is het vast kouder.’ ‘Ja hoor!’ Zegt Moedernijn. Toen gingen ze weer verder.

Ze kwamen bij Zeehonden. Ze zwommen allemaal aan de kanten. Nijntje zag dat er één Zeehond 3 visjes ving.

Daarna gingen ze naar een restaurant. Er zat een binnenspeeltuin erin gebouwd met een heel klein riviertje er zat ook een groot bak van hout met water gevuld. Er zaten ook kooikarpers in. Net als het begin. Nijntje, Moedernijn en Nijnnetje gingen een tafel kiezen en aten een beetje friet, hamburgers en ice tea toen gingen Nijntje en Nijnnetje spelen in de binnenspeeltuin. Ze schommelden, klommen, sprongen, verstopten, renden, zaten en nog veel meer. Ze gingen daarna naar een zeeleeuwentheater. Aan het begin zag je een man en opeens kwam een spetterende zeeleeuw aan gelukkig spetterde de zeeleeuw niet naar het publiek. Toen kwam de tweede aan. Er daar kwam een mevrouw bij ze zei: ‘Mijn zeeleeuw is zwart en heet Lotte en ik dank jullie dat jullie naar onze zeeleeuwentheater zijn gekomen.’ De zwarte zeeleeuw sprong in het water en de andere zeeleeuw Lotte de zwarte zeeleeuw sprong er weer uit en pakte met zijn bek een hoepel dat aan de muur hing. Hij gaf het aan de man die intussen ook in het water was gesprongen. De andere zeeleeuw sprong door het hoepel dat de man vasthield. Daarna kwamen de 2 zeeleeuwen aan twee verschillende kanten en sprong in het water. Toen spetterde de zeeleeuwen het publiek nat. De zeeleeuwen zwaaide en er werd hard geklapt in hun handen. Dat was het einde van de theater.

Nijntje en de andere gingen naar het slangenhuis. Nijntje ging dicht bij Moedernijn staan. Ze zagen een soort klein jungle met glas eromheen en opeens sss… ze zagen een grote slang aan een tak hangen. Ze zagen ook een aquarium waar een krokodil in zat. Jammer genoeg zaten geen visjes op hem te wachten maar werd gelukkig wel gevoerd. Toen gingen ze weer verder en zagen een heel grote gele lijf, maar een heel klein slangenkopje het was een gele wurgslang. Ze gingen uit het slangenhuis.

Ze kwamen bij de vissen. Ze zagen in het begin gewone kleine vissen. Maar ze werden maar groter. Nijntje vroeg: ‘Waar halen ze die vissen vandaan?’Moedernijn zegt: ‘Ik denk dat ze naar andere landen toe gegaan zijn en daar hebben ze geprobeerd de vissen te vangen.’

‘Dat zou dan wel heel moeilijk zijn’ zegt Nijntje. Ze zagen zeepaarden, zeesterren, goudvissen, piranha’s, normale vissen, kooikarpers, krabben en kreeften. Toen was het de einde van Ouwhansdierenpark ze gingen weer met de auto terug naar Tiel. Thuis zei Nijntje

Dit is de leukste dag van mijn leven!!!

EINDE