maandag 12 juli 2010

De zee

Zaterdag ben ik naar de zee geweest.
We stapte door de water heen ,ik voelde de geruisende zee in me komen.
Maar algauw zakte het licht onder en we liepen al door het water heen om naar huis te gaan.
We liepen voet voor voet ik voelde mijn voetverzwakken.
Later voelde ik wat slijmerigs door mijn voeten heen en ik liet mijn gezicht naar beneden zakken en keek het was een raar soort kwal.
Ik liep snel door en krooptussen mijn zus armen,maar toen zagen we tussen het water een dode vis er was een hap uit de staart genomen dus het andere vis kon die vis nog niet helemaal opeten meer dacht ik toen in mijn gedachte.
Toen we verder liepen zag ik mama ,ze zat te pakken in het water maar wat, mama zei dat ze een levende vis zag ,maar ze had het niet kunnen vangen.
Toen liepen we weer door ik keek naar de zand,maar ik zag iets en ik schrok zo dat ik bijna uit mijn vel sprong,want het was een bergje vol met rare dingen die op wormen leken het zat er vol mee en het zat overal,mijn moeder wou er niet meer naar kijken en mijn zus dacht dat het zeeweer was,maar goed we zagen een ander gezin verderop,maar ik was het al vergeten dat hun ook mee waren gegaan.
We liepen weer door en we zagen een brug daar speelde we altijd samen vroeger,maar dan zonder het gezingetje,maar mijn voeten deden nu erg zeer van en ik had er een klein wondje van gekregen en mijn zus een blaar,maar ik dacht na nog een klein stukje ru-lian zei ik fluisterend tegen mezelf,toen kweam lulu bij me aanrennen{van de andere familie}en zei:''Wacht op mij''.
Ik wou weer verder gaan dus liep ik maar door,toen waren we heel digt bij de brug en we waren er.
eindelijk en we waren thuis.
EINDE